Wat is ecologische begrazing?

Iedere vorm van begrazing die leidt tot meer ecologische waarde, die meer biodiversiteit oplevert en die niet alleen duurzaam maar ook met respect voor mens en dier wordt uitgevoerd is een vorm van ecologische begrazing

Voor wie is deze website?

  • In de eerste plaats voor zij die begrazing uitvoeren, de "begrazers", met bijzondere aandacht voor herders.
  • Landbouwers, bioboeren die hun dieren in natuurgebieden of elders op een ecologisch verantwoorde wijze willen laten grazen.
  • Uiteraard richten wij ons ook tot de opdrachtgevers, zodanig dat duurzame overeenkomsten worden gesloten.
  • Verder ook ambtenaren, conservators, terreinverantwoordelijken die instaan voor de organisatie van begrazing.
  • Landschapsarchitecten, tuinarchitecten, verantwoordelijken voor de ruimtelijk planning van openbare en publieke ruimte waar ecologische begrazing steeds meer wordt ingekapseld.
  • Voor (hobby)fokkers van dieren die in aanmerking komen voor het gebruik bij ecologische begrazing.
  • Iedereen geïnteresseerd in natuur, biodiversiteit, ecologie en dieren.

Voel je je aangesproken door het onderwerp, lees dan meteen verder...

Er is geen enkele discussie over het feit dat zoveel mogelijk mensen die direct of indirect betrokken zijn met begrazing minstens geinformeerd moeten worden over wat ecologische begrazing precies is en het belang ervan voor biodiversiteit en landschap

Icelandic ooi met twee lammeren
op venig grasland - Seydisfjördur / IJsland

Dr. Jan Van Uytvanck: a large amount of native plant species related to open, grazed ecosystems may have persisted for many centuries in the European landscape, though nearly all native large grazers became extinct

Belang van natuur

Het behoud van planten- en diersoorten is hoe langer een zaak van het behoud van onze planeet. Natuurlijke grazige plekken en graslanden behoren tot de biotopen met de grootst mogelijke biodiversiteit, vergelijkbaar met oude bossen.
Grazige habitats in West-Europa zijn grotendeels ontstaan en eeuwenlang in stand gehouden door begrazing met vee. Geen wilde dieren maar dieren die de mens gebruikte in een landbouwsysteem gericht op voedselvoorziening. Landbouw, de primaire sector, was voor het merendeel van de bevolking de hoofdbezigheid: meer dan 80 procent van de bevolking werkte of was gekoppeld aan landbouw.
Landbouwgewassen werden voor menselijke voedselproductie geteeld. Gerst en rogge bij voorbeeld. De meeste bodems, geschikt om te bewerken, waren arm aan voedingsstoffen. Om het systeem van akkerbouw in stand te houden was dus bemesting nodig. De dieren die werden gehouden om uiteindelijk op te eten waren dus ook nuttig voor de productie van mest. Er werden in hoofdzaak runderen gehouden en daarnaast enkel schapen, varkens of een geit. De plattelandsbevolking had geen geld voor een paard, en dat duurde tot de laatste honderd jaar. De productie van de akkers was niet bestemd voor de varkens, runderen, ... Die dieren moesten veelal hun kostje vergaren langs wegkanten en op de wat verder gelegen wilde, onontgonnen natuur. Zo zijn uiteindelijk de grote heideterreinen ontstaan. De term "heide" slaat trouwens niet zomaar op de heide zoals wij ze nu kennen. Ieder terrein dat nog min of meer verwilderd was noemde men vaak 'heide' of 'vage'. Graasdieren werden gehoed in kleine aantallen of zelfs losgelaten in gemeenschappelijke zones. Die begrazingsvorm leverde voor de landbouwer waardevolle mest op want de dieren werden 's nachts op stal gehouden. Dagelijks was er dus een trafiek van graasdieren met hun hoeder. Die bewegingen bestaan op vandaag nog in miner verwesterde streken. In berggebieden had je er nog een extra beweging bij, nl. de transhumance.
Eeuwenlang was er dus om een economisch systeem met als doel vooral voedsel te produceren maar met een grote invloed van de natuur. Die natuur bepaalde nog in grote mate de economische successen van de landbouw. Plagen, ziektes en het weer konden lelijk huis houden, zowel aan de gewassen, de dieren als de mens zelf. De mens beïnvloede weliswaar de natuur en het landschap maar was er tegelijk ook onderdeel van.
Eén van de gevolgen van het systeem van begrazing met dagelijkse verplaatsingen is dat er zeer veel planten- en diersoorten van "profiteerden". Zaden, sporen en kleine diertjes werden door de grazers verspreid. De grazers vormden gevarieerde wegbermen en natuurterreinen. De biodiversiteit was dus groot en vlak bij. Een vorm van natuurlijkheid ontstaan door menselijk ingrijpen. De mens is dus niet altijd vernietiger van de natuur geweest.
Door de industriële revolutie is onder meer hier bij ons in de Lage Landen dit landbouwsysteem langzaam verlaten. Alles was trag en extensief. Intensiviteit deed zijn intrede door het besef dat de groeiende bevolking zo niet kon gevoed blijven. Met het ontstaan van tractoren, prikkeldraad, kunstmest en dergelijke kon en moest de productie en het rendement omhoog. Over een periode van 30 jaar is sinds (ruwweg) 1950 ongeveer alles verloren gegaan van wat wij nu als het ideaal beschouwen. Elders in Europa zijn er nog, op afgelegen plaatsen, regio's die wel nog het regime van landbouw in samengaan en in de natuur herbergen. Maar dan moet je naar afgelegen gebieden in Griekenland of de Balkan... Daar worden kuddes schapen nog gehoed. Daar lopen inderdaad nog wolven, zonder dat men er schrik van heeft en daar is er nog biodiversteit met een "wow"-gehalte...

Griekenland
Macedonië, kustzone: vrij grazende runderen

... ecologische begrazing is slechts een middel om aan natuurbeheer te doen, geen doel op zich. Maar het is wel de eerste keuze en bovendien een heel efficiënt middel

Begrazing als beheermiddel

Ecologische begrazing is een van de belangrijkste middelen om terug meer biodiverse bermen, graslanden en ruigtes te krijgen.
Willen wij terug uit nostalgie, omdat vroeger alles beter was?
Ja en neen. Uiteraard willen wij graag de nodige biodiversiteit behouden in eigen streek. Anderzijds zijn wij niet blind voor de huidige maatschappij en context. Vlaanderen staat vol gebouwen en er ligt te veel verharding. Maar er is nog altijd oppervlakte die in aanmerking komt om ecologisch verantwoord te beheren. Niet alleen natuurreservaten. Eerder de stroken die deze ecologische hotspots kunnen verbinden en versterken: wegbermen, dijken van grote rivieren, langs spoorwegen. Ook bufferbekkens en industrieterreinen. Vanaf de bosrand tot in het park. De golfcourt, de begraafplaats, de groene ruimte van scholen en verzorgingstehuizen. Allemaal oppervlakte die ook anders kan worden gebruikt om meer biodiversiteit te creëren, ook al is het op zeer kleine schaal en ondergeschikt aan de eerste functie. Op veel van deze plaatsen kan ecologische begrazing en vaak ook beterkoop dan de klassieke "grasmachines" die geen natuur creëren.
Dat is ecologische begrazing: weer dieren inzetten met methodes van weleer maar nu, in de huidige context en met een ander doel: meer natuur!

Vlaamse schapen
Vlaamse schapen in natuurreservaat Het Zwin - 2017

Duurzaam

Ecologische begrazing wordt uitgevoerd met als doel meer of betere natuur. Dat gebeurt in de eerste plaats door extensief te werken. Extensief begrazen betekent dat er minder begrazen wordt dan wat een terrein aan eetbaar materiaal voor grazers oplevert. Veel land voor weinig grazers dus.
Als er extensief wordt begrazen dan wordt de vegetatie geleidelijk meer verscheiden. Dat komt dat alles een kans krijgt. In die vegetatie komen grassen, bloeiende planten, struiken en boomopslag voor. De variatie aan planten en leefomstandigheden zorgen er voor dat ook allerlei dieren hier een geschikt habitat vinden. Opvallende soorten als dagvlinders geven een snel idee van de diversiteit . Maar zowel boven- als ondergronds bevatten grazige terreinen een rijk leven waar we ons amper van bewust zijn.

Ecologisch beheer, concreet ecologische begrazing vereist niet alleen engagement maar ook passie en vooral vakmanschap van de uitvoerder. Die uitvoerder, bij voorkeur herderend, dient zijn brood te kunnen verdienen. Een heikel punt want om die reden zijn quasi alle herders in West-Europa verdwenen. Het gaat om verdiensten, opbrengsten of vergoedingen. Maar evenzeer om investeringen en andere kosten. Tenslotte gaat het ook om tijd. Grazend vee van goede kwaliteit kan je niet zomaar kopen. En evenmin zomaar verkopen. De ecologische begrazer zal altijd rekening moeten houden met een belangrijke economische component.

klavertje vier

Witte klaver, klavertje vier...

Naast de zorg voor natuur, de ecologische component (Planet) is er ook een aspect van integratie en samenwerking met de maatschappij. Ecologische begrazing draait niet enkel om plantjes en diertjes. Het gaat om het beheer van natuurlijke habitats in harmonieus samengaan met de mens die diezelfde ruimtes gebruikt. Dit is de maatschappelijke component (People).
Ecologische begrazing is dus per definitie duurzaam volgens een evenwicht tussen ecologie, economie en maatschappelijk belang. De klassieke drie P's van duurzaamheid: People - Planet - Profit.
Wij voegen er bovendien nog een vierde dimensie aan toe: respect, gevoel, gemoedelijkheid, een hart voor mens en dier...
Vier essentiële componenten: ons klavertje vier van ecologische begrazing.

duurzaam++

Landbouwer en ecologische begrazing?

Die twee gaan niet samen, althans dat komt zo over. Niets is minder waar. Vanuit onze vereniging begrijpen wij de hedendaagse landbouwer. Die wil zijn brood verdienen en dat is moeilijk. Vraag is ten koste van wat? Steeds meer conventionele landbouwers zien in dat deze manier van werken geen generaties lang meer kan volgehouden worden. De bio-landbouw is een alternatief. Maar zelfs al wil of kan men geen omschakeling naar bio verwezenlijke, dan nog is ecologische begrazing mogelijk aansluitend bij de gewone werking. Er is in natuurgebieden veel vraag naar grazers. Landbouwers kunnen op die vraag een invulling geven, zelf extra grasland benutten en een dienst leveren ten gunste van natuur. Enige voorwaarde is dat de landbouwer basisprincipes als extensief werken en geen ontwormingsmiddelen in de natuur hanteert.

Limousin herkauwend
Limousin herkauwend in extensief beheerd grasland

Zelf ecologisch begrazing uitvoeren?

Ecologische begrazing wordt uitgevoerd met als doel meer biodiversiteit, meer ecologische kwaliteit. Om dat te bereiken leert de praktijk dat een aantal principes sowieso van toepassing zijn om een kans op slagen te hebben. Die principes zijn extensief werken, zorg dragen voor mens en dier, samenwerken. Het hoeft ook niet meteen moeilijk te zijn, vaak is handelen met gezond verstand en met respect al voldoende. Dat blijkt uit een aantal eenvoudige voorbeelden uit de praktijk. Zie je er jezelf in?

  • Herderend loop ik traag met mijn 300 schapen door natuur of langs wegbermen. Ze krijgen tijd om op eigen ritme te grazen. De reis gaat steeds verder. Voorop loopt naast mij een hond om bijna symbolisch een grens af te bakenen. Achteraan en zijdelings hetzelfde. De honden kennen de schapen, de schapen de honden. Ik moet als herder nauwelijks aansturen en doe dat op een gemoedelijke wijze. Er is steeds volop voedsel en bovendien gevarieerd van aard. Na een tijdje stopt de karavaan. De pensen zijn vol en er wordt gerust en er is nu tijd om te herkauwen. Honden en de herder rusten eveneens. In plaats van een liedje te fluiten haal ik mijn boterhammetjes uit een doos en doe knabbelend een bezoekje aan Facebook.
    herderDit is geen plaatje uit 1758. Dit is geen nostalgie naar vroeger. Dit is ecologische begrazing uit de 21e eeuw. Het is geen lichte job, lange dagen maken, er zijn ook veel regendagen en soms is het wel saai. Maar het zorgen voor de begrazen natuur door de vegetatie te verjongen, door zaden te verspreiden, door variatie te laten ontstaan is dan wel weer ontzettend boeiend. Extensiviteit voluit: veel ruimte voor weing schapen. Ecologische begrazing is er niet noodzakelijk om schapenvlees te produceren, hoewel dat buiten de heide soms kan. Wij leveren een dienst aan de opdrachtgever, en dus aan de maatschappij. Aanvullend is de toeristische aantrekking leuk meegenomen en de educatieve meerwaarde is nodig om kinderen, die steeds verder vervreemden van natuur en landbouw, te boeien voor leven en natuur. Tegelijk houden we een eeuwenoud ambacht en het cultureel erfgoed in stand. Eigenlijk zou jullie vereniging daar werk moeten van maken, toch?
  • Mijn hele leven lang ben ik boer. Ik kweek spelt en aardappelen. Vroeger hadden mijn ouders ongeveer 25 koeien. Gewone koeien zoals die overal voorkwamen. Later zijn wij grotere aantallen melkkoeien van een ander en beter ras gaan houden. Maar de melkprijs is al jaren een zorg en ik zag het niet meer zitten om alle dagen twee keer te melken en daar amper mijn brood mee te verdienen. Dus ben ik omgeschakeld naar vleesvee. Naar dieren die hun plan kunnen trekken. Er lopen nu een 80-tal Limousin koeien met hun kalveren en een stier erbij. Gele kwikstaartZe lopen zoveel mogelijk buiten. Met de natuurvereniging hebben wij de afspraak dat de runderen korte periodes in de graslanden mogen lopen. Wij hebben dus grasland te over. Zelfs onze eigen weides raken niet opgegeten maar dat geeft niet. Beter teveel dan te weinig. We hooien ook veel of maken kuil. En de kalveren groeien goed. Goed voedsel voor de moeders, veel melk. Het feit dat wij zoveel weide ter beschikking hebben zorgt er ook voor dat wij niet meer ontwormen. Op een ziek beest niet te na want dat krijgt alle nodige zorgen. Alle dieren hebben genoeg weerstand dus is er geen probleem. Weer een flinke besparing dierenarts. De stress van de kalvingen is er ook niet meer. Geen keizersnedes, geen gedoe met slechte drinkers. Kunstmatige inseminatie hoeft niet, de stier loopt er twee jaar bij. En dan komt er een andere. Een jonge stier die goed kan lopen en zacht van aard is. In de winter komen de dieren binnen en zitten in kleine groepen van dezelfde grootte of leeftijd. De weides buiten worden licht bemest met stalmest. Zo is er voldoende groei in het voorjaar. Kunstmest strooien doen we nog amper en dan nog alleen op het akkerland. Zo besparen we op meststoffen en werkuren. De tractor rijdt ook minder. Ik heb dus genoeg tijd om dagelijks een toertje te doen tussen de beesten. Die zijn dat gewoon en kijken daar niet van op. Ook niet van de koewachters (gele kwikstaarten) die van vlaai naar vlaai lopen.
  • Ardens trekpaardIk ben van thuis uit opgegroeid met paarden, boerenpaarden. Zalige beesten zijn dat. Je kan die heel gemakkelijk leren trekken, in een span laten gaan, bomen uit het bos halen. Ik heb er twee. Maar twee want ik heb maar 6 ha weide. Ik wil geen kapotgelopen toestanden. Ook niet in de winter. Een paard alleen vind ik maar niets. Paarden hebben gezelschap nodig, het zijn sociale dieren. Gelukkig komen die twee goed overeen. Ze staan vaak in elkaars nekvel te knabbelen. De kleinkinderen zijn ook gek van hen. Omdat ze op de rug mogen zitten of als we de kar uithalen en een ritje maken. Heel de straat komt dan buiten kijken door dat geklikklak op de stenen. Ook in de winter lopen ze buiten. Paarden staan niet graag binnen. Alleen bij het voeren komen ze de stal in. Ze weten dat ik naar de voerbak ga en dat ze moeten wachten. Je moet er wel baas over zijn zonder bazig te zijn. Ik voer ze een beetje krachtvoer en vooral hooi. Mager hooi uit natuurgebied. Paarden krijgen snel last van te rijke voeding en daarom is dat mager hooi met flink wat kruiden ideaal. Omdat ze altijd buiten lopen mesten ze ook buiten. Het is een gewoonte na het voeren de mest te verzamelen en op een mesthoop gooien. De buurman gebruikt die mest dan in het voorjaar om zijn grote groententuin mee te bemesten. Doordat ik zelf niet bemest, ik zou eigenlijk niet weten waarom, staan er flink wat kruiden in de weide. Ook wat distels maar die eten de paarden op als ze afgemaaid zijn en verdrogen. En paardenbloemen in april. Het ziet er uit als de weides van mijn ouders zestig jaar geleden. Maar toen vlogen er veel meer zwaluwen. Nu ben ik blij als de zwaluw terug is op zijn nest in de stal. Het plezier zit hem vooral in kleine dingen.
  • Met dieren heb ik altijd willen werken. Ik hou van honden. Toevallig zag ik een demonstratie van iemand die border collies trainde. Dat wilde ik ook doen. Leek mij fantastisch. Ik wou zelfs meedoen aan wedstrijden schapendrijven. Toen ik wat schapen kocht, een hele verzameling rassen, bleek dat schapendrijven toch niet zo gemakkelijk. Iedere keer als ik te zenuwachtig was ging het ook mis met de hond. En alsof de duivel er mee gemoeid was waren ook de schapen onhandelbaar. Geleidelijk aan begon ik in te zien dat ik beter naar de schapen moest kijken. Die voortdurende stress begon zijn tol te eisen. En ook de hond was veel te nerveus. herder Hugo aan het werkDaar op werken was een openbaring. De dieren hun ding laten doen. Gewoontes maken en alles viel in zijn plooi. Na enkele jaren kon ik een natuurterrein in de buurt begrazen. Een ruwe ruigte met allerlei wilde planten en struiken. Maar de schapen en geiten vonden dit fantastisch. Hoe meer ik hen een gevoel van gerustheid gaf, hoe makkelijker ze reageerden. En de hond die leerde ook mee, werd steeds rustiger en efficiënter. Uiteindelijk hoefde hij geen training meer, hij leerde alles als het ware vanzelf. Als een lam zo gek was om alleen op stap te gaan dan ging hij het halen, rustig maar gedecideerd. Als je dan veel in de natuur vertoeft ontdek je dat er veel soorten vlinders zijn, hommels, mieren en muizen. En dat gaat ook boeien. Nu ga ik ieder jaar voor enkele klasjes van de lagere school op stap met schapen, hond en kinderen. Als kinderen begrijpen dat je dieren zacht moet aanpakken dan komen de dieren ook zelf aandacht vragen. De geitjes voorop. Zo is er nu een geheel waarin ik mijzelf kan zijn. Een geheel waarin met gezonde, gelukkige dieren de natuur baat heeft en dat gevoel van zorgen voor natuur wordt overgedragen op de volgende generaties.
  • Ons bedrijf heeft een paar honderd werknemers. Uiteraard gaat quasi al onze aandacht naar productie. Daarvoor hebben wij meerdere vestigingen verspreid over het land. Elk van onze sites wordt beheerd door een facility manager en zijn team. Zij zorgen onder andere het onderhoud van het terrein. Omdat wij duurzaam trachten te werken is er ook duidelijke aandacht aan het milieu en de omgeving. Onze bedrijfspercelen worden afgeboord met aanplanten van inheemse boom- en struiksoorten. Wij hebben ook nog vrije ruimte voor de toekomst. Die wensen wij voorlopig ecologisch verantwoord te beheren. Via Vereniging voor Ecologische begrazing vzw kwamen wij bij een ondernemer die aan onze wensen voldoet. De terreinen degelijk onderhouden zodanig dat niet alles verruigd of er onverzorgd uitziet. Maar wij hebben al ingezien dat niet alles gladgestreken gazon moet zijn, dat meer bloemen en vlinders ook mooi is en dat dit nieuwe beheer via ecologische begrazing ook qua kost goed meevalt. begrazing bedrijfsterreinDe begrazingsovereenkomst is in onderling overleg tot stand gekomen. Van VEB vzw hebben wij de nodige aandachtspunten meegekregen voor het opstellen van een duurzame contract. Wij begrijpen bij voorbeeld dat een begrazingsondernemer perspectieven nodig heeft. Dat je niet zomaar schapen kan bij- of wegtoveren. Die man heeft een behoorlijke planning en dus ook vooruitzichten nodig. Wij garanderen, als alles goed verloopt, dat het contract minstens 5 jaar wordt bestendigd. Niet alles is tot in de puntjes uitgeschreven, er is mogelijkheid tot flexibiliteit van de begrazer. Anderzijds verlangen wij dat de bedrijfsafspraken keurig worden nageleefd. Het belangrijkste is het imago. Dus vinden wij het belangrijk dat de dieren dagelijks worden nagekeken, dat zieke dieren worden weggenomen tot ze hersteld zijn, dat er voldoende water is. De buurtbewoners komen veel kijken naar de grazende schapen en lammeren. Vandaar dat wij een affiche hebben ontworpen samen met VEB vzw om duiding te geven van wat hier gebeurt en vooral waarom. Zo krijg je meer credibiliteit van de omgeving, bij voorbeeld als er door een incident in de productie er rookontwikkeling is. De mensen reageren dan gematigder. Dus voor ons hoort ecologische begrazing bij de bedrijfsfilosifie. En wij zullen andere bedrijven zeker stimuleren om hetzelfde te overwegen.

Waar letten we op?
Wat zijn de essenties bij de uitvoering
van ecologische begrazing?

  • Het hoofdoel van ecologische begrazing is in een gegeven met begrazing er voor te zorgen dat er meer natuurlijke waarden ontstaan of behouden blijven. Dat kan natuur zijn met grote N, zoals bij het specifiek beheer van heidevelden maar ook zeer bescheiden bij de begrazing van industrieterreinen of gewoon in de reguliere landbouw maar dan met een accent op natuur en biodiversiteit.
  • Bij ecologische begrazing wordt gewerkt met moderne methodes, in een hedendaagse context maar reflecteert men constant naar hoe de natuur waarmee men werkt, oorspronkelijk tot stand kwam. Er is dus een belangrijke verwijzing naar het verleden, een ancestrale verwijzing. Niet met de bedoeling mee te gaan met een retro-mode, een vorm van heemkunde of uit nostalgie maar duidelijk als referentie, ook al zijn de tijden en omstandigheden gewijzigd.
  • Vanwege de verwijzing naar vroeger én het praktisch nut wordt gewerkt met vlot handelbare landbouwdieren, vee en dus geen 'wilde' dieren in gevangenschap. Gevangenschap impliceert rasters en die zijn ecologisch nefast, een vervelend maar helaas vaak niet te vermijden kwaad.
  • Productie van dieren, van vlees of afgeleiden is niet noodzakelijk een eerste doel. Het is zelfs zo dat de meest rendabele ondernemingen die ecologische begrazing toepassen geen of zeer beperkte productie hebben omdat de omzet gerealiseerd wordt via begrazingsvergoedingen en niet door de verkoop van dieren, vlees. Het gaat dan om dienstverlenende bedrijven, geen productiebedrijven. In feite is de ancestrale referentie die van de zelfvoorziening van een gezin, familie of gemeenschap. Dat systeem is eeuwenlang duurzaam gebleken.
  • Ecologische begrazing wordt zelden uitgevoerd vanuit intensieve landbouw en is dus in principe geen intensieve veehouderij.
    Er is wel respect voor de collega landbouwer, vee- of paardenhouder en iedere stap in de goede richting wordt geapprecieerd. Ecologische begrazing heeft dus een opbouwende en respectvolle kijk op onze maatschappij en is dus geen wereldvreemde stroming los van alle realiteit.
  • Er wordt expliciet extensief begraasd, in alle omstandigheden. Zo worden geen habitats vernield. Daartoe wordt gewerkt met het begrip begrazingsgraad.
  • Er wordt zoveel mogelijk gestreefd om gehoede begrazing toe te passen. Gehoede begrazing is de sleutel voor de verspreiding van zeer veel planten, maar ook sporenplanten, bodemdeeltjes en zelfs kleine dieren. Slechts als het niet anders kan wordt gewerkt in rasters, helaas is dat in ons versnipperd land meer het geval dan dat we graag zouden hebben.
    Sowieso worden de werkvormen van vroeger zo veel mogelijk gevolgd want dat ancestraal beheer heeft net gezorgd voor de meest biodiverse habitats voor planten en dieren.
  • Vervolgens zorgen wij er voor dat de gezondheid en het welzijnvan de grazers gewaarborgd wordt, zij zijn ons kapitaal, maar dat anderzijds het milieu, de natuur zo min mogelijk last heeft van de uitvoering van begrazing . Dat houdt in dat:
    • er wordt vooral ingezet op het voorkomen van algemene problemen. Preventief als algemene regel, curatief wanneer nodig.
    • er in principe niet ontwormd wordt; ontwormingsmiddelen zijn zeer schadelijk en in veel gevallen zijn ze nergens voor nodig omdat wij zo extensief werken. Maar wees gerust, de gezondheid van de dieren is zeer belangrijk, dus als een dier toch te lijden zou hebben van een wormbesmetting dan wordt dat dier uiteraard behandeld en verzorgd, maar dan zeker buiten natuurgebied.
    • als het niet echt nodig is worden geen antibiotica gebruikt.
    • er worden geen ingrepen verricht zoals gebruik van hormonale middelen, keizersneden worden vermeden, ...
    • er wordt constant gewaakt op het welbevinden van de dieren
  • Grazers moeten normaal kunnen grazen om een zo goed mogelijk ecologische resultaat te garanderen en hun gezondheid te bestendigen. Ecologische begrazing gebeurt dan ook met zo veel mogelijk rust. Het is dan ook zaak zo veel mogelijk stress te vermijden. Wie dieren hoedt let daar in het bijzonder op en dat komt niet alleen de grazers, maar ook de hoedende honden, de eventuele kuddebewakingshonden en uiteindelijk ook de herder ten goede.
  • Er wordt gestreefd om rustig, kalm en gemoedzaam met de dieren om te gaan. Het gaat om elementair respect maar evenzeer om bedrijfsefficiëntie. Dat is het geval bij handelingen als transport, scheren, controles op aandoeningen, ... Er wordt niet gedreven als het niet echt nodig is, er wordt in principe niet geroepen, bewegingen worden rustig uitgevoerd. Het gaat om een vorm van ethiek eigen aan een goede herder, landbouwer, hobbyist die zijn dieren graag ziet.
  • Uitvoerders van ecologische begrazing hebben ook een open mentaliteit. Kennis wordt met elkaar gedeeld. Samenwerking wordt zo veel mogelijk toegepast. Bedrijfsmatig het principe van concullega's. Ook op die manier krijgen wij waardering voor de hoge kwalitateit van de dienstverlening en bedrijfsvoering.
  • Als onderneming wordt er alles aan gedaan om duurzaam> te worden. Dat betekent dat de ecologische doelen worden gecombineerd met het streven om economisch rendabel te zijn. Ook een eventuele opdrachtgever moet kwalitatief en budgettair tevreden zijn.
  • Ecologische begrazing is bovendien gericht op maatschappelijke integratie, zorgt voor educatie, het behoud van het erfgoed van onze grazende dieren en het ambacht van herder.
  • Ecologische begrazing draagt op die wijze bij tot een ruim gamma aan ecosysteemdiensten.

E. Eray: "Anadolu'da stresli bir çoban artık iyi bir çoban değildir..."
Een herder in Anatolië met stress is geen goede herder meer

vlinderrijke helling begraasd door geiten en Solognote-schapen, Coteau de la Bandonnière, Longny-au-Perche dept. Orne - F

Wat onderscheidt Ecologische begrazing ?

Ecologische begrazing is een complex gebeuren en speelt zich af op zeer uiteenlopende locaties en doelstellingen.

Naast dit begrip zijn er ook andere benamingen rond begrazing in gebruik die overlappend of zelfs verschillend zijn van ecologische begrazing.

Natuurlijke begrazing

Natuurlijke begrazing door in het wild levende zoogdieren (zoals reeën en herten) is de oorspronkelijke vorm van begrazing. Ook wilde vogels als ganzen en smienten zijn wilde grazers.

Natuurbegrazing

Het effect van natuurlijke begrazing wordt bewust nagebootst bij natuurbegrazing. Natuurbegrazing is begrazing als vorm van beheer in natuurgebieden.

Natuurbegrazing is een Nederlands begrip dat steunt op het beheer via begrazing van spontane natuur. Natuur zoals die voorkwam voor de menselijke invloed. Begrazing door de oorspronkelijke grazers zoals edelherten aangevuld met surrogaten zoals Heckrunderen om de oerosssen te vervangen, Konikpaarden om de oorsponkelijke paarden te vervangen, voor zover die er al waren in die tijd. Het is namelijk niet zeker dat er wilde paarden ook hier abundant voorkwamen voor de menselijke invloed.

Het principe is reeds langdurig toegepast in een aantal Nederlandse natuurgebieden.

Het idee steunt op spontane natuur waarbij evenwichten ontstaan. De populaties herten, runderen en paarden worden niet door de beheerders gecontroleerd waardoor "natuurlijke" selectie optreedt. In de winter sterven dieren en de kadavers worden in de natuur gelaten omdat die ook nuttig zijn voor een aantal diersoorten.

Natuurbegrazing kan maar worden toegepast in grote of zeer grote gebieden die toelaten dat bepaalde populaties grazers zich ontwikkelen.

Gegeven de vereisten voor natuurbegrazing is deze beheervorm niet toepasbaar in de Vlaamse context. Te kleine aaneengesloten gebieden en de maatschappelijke druk naar het dierenwelzijn toe staan dit principe hier niet toe.
Dus zowel het referentiekader, de toepassingsmogelijkheden als de maatschappelijke acceptatie zijn hier niet aanwezig en dus is natuurbegrazing niet te vergelijken met ecologische begrazing die precies uitgaat van menselijke integratie en een door mensen gecreëerd landschap.

Kennemerduinen
Wisenten in de Kennemerduinen NL

Rewilding

Bij rewilding gebruikt men in grote natuurgebieden, waar vaak de natuurlijke grazers ontbreken, andere maar gedomesticeerde grazers die men laat verwilderen. Al dan niet worden deze grazers beperkt in aantal. Voorbeelden zijn konikpaarden en Heckrunderen. De dieren kunnen zich in natuurlijke kuddes het jaar rond vrijwel zelfstandig handhaven in een afgebakend gebied. Deze methode is erg omstreden omdat in dergelijke gebieden naast de natuurlijke begrazers ook de natuurlijke predatoren ontbreken. De populatie grazers wordt dan gereguleerd door sterfte. Bekend voorbeeld waar dit gebeurt zijn de Oostvaardersplassen en is verfilmd in de Nieuwe Wildernis.

Onderhoudsbegrazing

Onderhoudsbegrazing is begrazing voor het onderhouden van terreinen. Begrazingsbeheer en landschapsbeheer zijn vaak synoniemen voor onderhoudsbegrazing.

In Frankrijk en Wallonië spreekt men van resp. écopastoralisme of écopâurage: het begrazen met landbouwvee, voor productie binnen landbouwdoeleinden, van publieke ruimten zoals wegbermen, parken en speelpleinen.

In het Verenigd koninkrijk wordt de term conservation grazing gebruikt: het gebruik van vee, binnen een productieve landbouwcontext, maar met als nevendoel het behoud van biodiverse landschappen.

Traditionele begrazing

Al millennia lang kennen veel samenlevingen de door een herder gescheperde (gehoede) kuddes van gedomesticeerd vee. Dat zijn vooral schapen, geiten en runderen. Ook de traditionele weidegang van runderen, waarbij de dieren 's winters op stal staan en de rest van het jaar buiten gras eten is een gezonde en verantwoorde wijze van veeteelt.

Landbouwbegrazing

Landbouwbegrazing is begrazing binnen een context van landbouwproductie en gebeurt meestal intensief, wat inhoudt dat de beschikbare oppervlakte optimaal wordt benut en bemest. Intensieve landbouwbegrazing leidt tot mestoverschotten en daardoor tot een overmaat aan fosfaat en nitraat die schadelijk is voor het milieu. Landbouwbegrazing staat haaks op ecologische begrazing.

Ecologische begrazing

Tot slot is er ecologische begrazing. Het doel van ecologische begrazing is het verhogen of in stand houden van ecologische waarden. Dat is het eerste doel in natuurgebied en een aanvullende doel buiten natuurgebied. Ecologische begrazing is niet noodzakelijk productiegericht. Ecologische begrazing gaat uit van een aantal duidelijke principes: extensiviteit, aandacht voor complete ecosystemen te beginnen met de bodem, diergezondheid en dierwelzijn, respect voor dieren en mensen, samenwerking en kennisdeling. Als concrete onderdelen geldt dat er in principe niet ontwormd wordt, dat er niet bemest wordt, dat er zo veel mogelijk wordt ingezet op preventie bij diergezondheid, dat er gemoedelijk met dieren wordt omgegaan, dat tijd wordt genomen voor omgang met publiek en gezorgd wordt voor educatie.

Drentse heideschapen
Heideschapen regio Zeist-NL foto: Ester Floor

Bij het uitvoeren van begrazing kan gewerkt worden met een gehoed systeem, wat ecologisch beter is dan wel met een ingerasterd systeem wat vaak goedkoper is.

E. O. Wilson: The laws of biology are written in the language of diversity.

Beelden zeggen soms meer dan woorden

extensieve begrazing in combinatie met olijventeelt
Les Alpilles,
Bouches-du-Rhône - F


Code of conduct
Vereniging voor Ecologische Begrazing vzw


versie 27/05/2018
Definitie

Ecologisch begrazing is begrazing die gunstig is voor de natuur, die biodiversiteit behoudt of verbetert. De grazers zijn landbouwdieren zoals runderen, schapen en geiten, paarden, ponys en ezels, ev. ganzen. Die landbouwdieren zijn vaak oude rassen die economisch in intensieve landbouw nu nog weinig nut hebben.

Concrete doelen van de vereniging zijn o.a.

  • behoud en versterken van de aanwezige de biodiversiteit in natuurgebied en daarbuiten
  • op termijn meer biodiversiteit creëren
  • streven naar een stabielere biodiversiteit vertrekkend vanuit de bodem met micro-organismen opklimmend naar hoger planten en dieren, met aandacht voor volledige ecosystemen
  • evolutie naar een natuurlijker landschap
  • streven om dit duurzaam beheermiddel verder te ontwikkelen en verbeteren
  • streven naar langdurige en duurzame overeenkomsten in verband met ecologische begrazing
  • integratie van ecologische begrazing met het maatschappelijk gebeuren

Wie ecologische begrazing wil uitvoeren of de uitvoering ervan organiseert erkent per definitie dat, om de doelstellingen te realiseren, bepaalde gedragsregels inherent van toepassing zijn.
Het gaat om een princiepsverklaring waarbij de inschrijver verklaart de intentie te hebben om de Code of Conduct zo goed mogelijk in uitvoering te brengen.
Alle doelstellingen en altijd realiseren is quasi onmogelijk. Zoveel is duidelijk en dat wordt ook niet verwacht. Er wordt wel verondersteld om op alle punten substantiële inspanningen te blijven leveren, de neus in een ecologische richting te hebben.
Deze instelling is niet contra een economische aanpak, integendeel, de beste uitwerkingen in het werkveld blijken net economisch en organisatorisch zeer goed onderbouwd en mét het beoogde ecologische effect!
Het controleerbaar gevolg is dat bij deze vorm van begrazing de natuur baat heeft, dat dit gebeurt in een duurzame, collegiale, economische context en met respect voor dieren en samenleving.

Gedragsregels

De gedragsregels bij het uitvoeren of plannen van ecologische begrazing zijn geformuleerd in uitvoerbare doelstellingen.

  1. Ecologische begrazing is begrazing met vee die per definitie (zeer) extensief wordt uitgevoerd.
    >> toelichting...
  2. Er wordt gewerkt op het behoud en herstel van stabiele, biologisch rijke bodems.
    >> toelichting...
  3. Er wordt geen bemesting (anders dan de uitscheiding van de grazers) uitgevoerd in opdrachtterrein en aanvullend zo min mogelijk in de bedrijfsvoering.
    >> toelichting...
  4. Er wordt minimaal gebruik gemaakt van krachtvoeder en daaruit volgende extra mestafzet op de graasterreinen.
    >> toelichting...
  5. Het gebruik van pesticiden wordt totaal geweerd.
    >> toelichting...
  6. Er wordt principieel (en op de terreinen met ecologische meerwaarde nooit) géén ontworming toegepast.
    >> toelichting...
  7. Er wordt minimaal gebruik gemaakt van diergeneesmiddelen, in het bijzonder het gebruik van antibiotica.
    >> toelichting...
  8. Men in zoveel mogelijk opzichten preventief te werk.
    >> toelichting...
  9. Er is geen ingrijpen op de fysiologie van de graasdieren.
    >> toelichting...
  10. Bij ecologische begrazing hanteert men een gemoedelijke omgang met dieren (grazers, hoedende honden) en beperkt men de stress voor dier en mens tot een minimum.
    >> toelichting...
  11. Bij ecologische begrazing is er een permanente zorg voor een zo goed mogelijke diergezondheid, dierenwelzijn en dier-welbevinden.
    >> toelichting...
  12. Begrazing wordt georganiseerd met een focus op ecologie en is niet in eerste instantie gericht op productie van dieren en afgeleiden.
    Bij het maken van (beleids-)keuzes gaan ecologische argumenten zo mogelijk voor op economische argumenten maar de duurzaamheid moet van toepassing blijven.
    Bij begrazing in natuurgebied is het primair doel natuur. Hier worden geen concessies gedaan naar het productieve toe. Concessies naar het organisatorische zijn wel OK.
    Buiten natuurgebied wordt uiteraard de eerste en aanvullende functies van het terrein gerespecteerd. Dijken dienen als waterkering en dus is een goed doorwortelde vegetatie nodig en zal er frequenter dan ecologisch optimaal moeten begrazen worden maar langs de andere kant moeten dijken geen gazonvegetatie hebben.
    In dezelfde context is het begrijpelijk dat parken niet teveel netels hebben, dat spoorwegbermen en industrieterreinen niet verbossen, enz.
  13. Bij ecologische begrazing wordt zoveel mogelijk maatschappelijke integratie binnen het kader van duurzaamheid beoogt.
  14. Ecologische begrazing wordt uitgevoerd met veel aandacht voor overleg, onderlinge solidariteit, samenwerking en uitwisseling van know-howmet zowel de terreinbeheerder/opdrachtgever, collega' en belanghebbenden.
  15. De uitvoerder streeft er naar om aan alle wettelijke verplichtingen te voldoen wat betreft dieren en exploitatie
Knoopkruidparelmoervlinder
(Melitea phoebe)

Toelichting

De Code of conduct is een lijst engagementen die erg compact is geformuleerd. Vandaar dat hieronder de essenties en bedoeling van elk onderdeel worden toegelicht.

Belangrijk om weten is dat het om een geheel gaat en dat dit streefdoelen zijn. Er is geen minimumlijst waaraan moet voldaan worden omdat iedere begrazer, ieder project telkens weer anders is en niet zomaar te vergelijken met een ander. Voor het ene project zal men goed 'scoren' en bij een ander gaat er al eens iets mis.

Belangrijk is dat de geest, de motivatie van het geheel wordt nagestreefd en dat uit zich in een bepaalde stijl van werken die in praktijk heel herkenbaar is ten opzichte van het zuiver economische, commerciële handelen.

Dat neemt niet weg dat een essentieel onderdeel van de Code of Conduct het nastreven van duurzaamheid inhoudt, dus nadrukkelijk het samengaan van zeker ook economische motieven gecombineerd met ecologische en maatschappelijke incentives.

1. Ecologische begrazing is per definitie (zeer) extensief

Het referentiepunt van ecologische begrazing is het ontstaan van het (Vlaamse, West-Europese) landschap sinds de Middeleeuwen. Door toedoen van het menselijk ingrijpen, voornamelijk de landbouw, kreeg ons landschap zijn huidige vorm. In die toenmalige landbouw werd begrazing toegepast via een systeem waarbij gehoed werd , met herhaalde verplaatsingen. Er wordt bewust gerefereerd naar enkele honderden jaren geleden tot ongeveer 1950 (start van de landbouwmechanisatie, schaalvergroting). Van die periode zijn tastbare bewijzen wat de aard was van het landschap, de aanwezige fauna en flora, van de menselijke activiteiten en van het landgebruik. De toenmalige landbouwactiviteiten werden uitgeoefend door het overgrote deel van de bevolking (primaire sector) en die activiteiten waren in een zeker evenwicht met de natuur. Hoewel die landbouw het landschap heeft gevormd werd landbouw uitgevoerd binnen beperkingen gesteld door de natuur. Bij landbouw horen landbouwdieren. Voor de voeding van die dieren was begrazing het belangrijkste aspect. Om overigens aan akkerbouw te doen was mest nodig en onder meer daarom werden de graasdieren 's nachts en in de winter permanent op stal gehouden. De functie van graasdieren, in de eerste plaats runderen, was het leveren van mest, trekvermogen, vlees, melk, huiden, wol, ...

Peter Paul Rubens, "De verloren zoon", omstreeks 1618.
Mest werd verzameld door dieren op te stallen.

Begrazing werd uit economische noodzaak uitgevoerd op iedere plek die daarvoor bruikbaar was. Er was gelukkig veel meer beschikbare oppervlakte dan dat er graasdieren waren. Die vorm van begrazing heeft mee het landschap vorm gegeven. Runderen en schapen hebben er bij voorbeeld voor gezorgd dat vanuit eerder beboste gebieden de grote heidegebieden in Vlaanderen zijn ontstaan. Alle graslanden en grazige habitats, zijn ontstaan uit begrazing naast andere technieken, maar in veel mindere mate, zoals hooien, branden of plaggen.

Extensieve begrazing wordt het best uitgevoerd met een gehoed systeem. Werken met een herder dus.
Waarom is dit beter? De kans op overbegrazing is nagenoeg onbestaande. Het belangrijkste voordeel is echter de bewegingen, de constante migratie, de transhumance. De grote seizoensbewegingen garanderen dat de graasterreinen voldoende met rust gelaten worden.

Om vandaag, binnen een volledig andere landschappelijke context, binnen een volledig ander maatschappelijk bestel een gelijkaardig effect op het landschap en de biodiversiteit te bekomen volstaat het om zeer extensief te begrazen. Extensieve begrazing houdt in dat een terrein maar licht aan begrazing wordt onderworpen en dat de aanwezige ecosystemen behouden blijven en zo mogelijk versterkt. De effecten worden pas duidelijk na langere tijd.

Extensieve begrazing houdt in dat een beperkt aantal graaseenheden (GRE) over een bepaalde periode worden ingezet.

wat betekent GRE  

Een graaseenheid GRE is een maataanduiding voor een bepaald aantal dieren op één hectare. Het gaat om een normaal gebruik mét nakomelingen.
De basis voor de eenheid zijn twee oorspronkelijke runderen gehouden op oorspronkelijk relatief goede graasgrond (ongeveer 4 ton droge stof per hectare) uit de referentieperiode.

Het aantal dieren per ras wat overeenkomt met 1 GRE is op te zoeken in referentietabellen voor resp. runderen, schapen en paardachtigen.

Naarmate een dier groter is, heeft het meer voedsel nodig en graast dus meer massa van de vegetatie.

Niet alle grazende dieren grazen even performant of op dezelfde manier.

Niet alle dieren hebben dezelfde kwalitatieve voedingsbehoeften

Niet alle dieren hebben dezelfde voedingsbehoefte

De belangrijkste parameter is de massa van de dieren maar dit is zeker niet de enige parameter.

Extensieve begrazing houdt de inzet in van (beduidend) minder graaseenheden dan in de conventionele, intensieve landbouw. In de intensieve landbouw worden weiden bemest zodanig dat er meer kwalitatieve grassen kunnen groeien, er een hogere opbrengst is en er meer dieren per oppervlakte kunnen gehouden worden. Met de huidige runderrassen betekent extensieve begrazing de inzet van bijvoorbeeld maximaal 0.25 GRE (ruwweg 1 rund per 2 ha, om een idee te geven). De complexiteit zit in het feit dat de hedendaagse landbouwrassen niet te vergelijken zijn met de runderrassen van de referentieperiode. Om die discrepantie te verhelpen zijn omzettingstabellen van toepassing waardoor de moeilijkheid voor de organisator van de ecologische begrazing vervalt. Ook de verwarring en onduidelijkheid door het gebruik van een eenheid uit een totaal andere context (grootvee-eenheid in context van mestbank, GVE ) wordt hiermee verholpen.

wat betekent GVE  

Een grootvee-eenheid GVE is een eenheid gehanteerd door de Vlaamse Mestbank gebaseerd op de uitscheiding van een volwassen individu melkrund per jaar; concreet wordt dit gelijkgesteld met de uitscheiding van een bepaalde hoeveelheid nitraat en fosfaat omdat dit de meest verontreinigende factoren zijn voor het grondwater. Momenteel (cijfers voor 2018)stelt men als waarde vanaf 26 kg fosfaat daar waar men vroeger de focus legde op nitraat. Deze maatstelling wordt in functie van de doelstellingen van de Vlaamse regering af en toe bijgesteld, is dus niet constant en zeker niet eenduidig in functie van ecologische begrazing.
In het buitenland gelden bovendien andere normen.

Mestdecreet : Decreet van 22 december 2006 houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen.
Artikel 3, §8
4° GVE: grootvee-eenheid: een landbouwkundige omrekeningsfactor voor dieren. De Vlaamse Regering kan nadere regels vaststellen, en stelt voor elke diercategorie de omrekeningsregels vast;
5° vee: alle voor gebruiks- of winstdoeleinden gehouden dieren die voorkomen op de lijst in artikel 27.


zie voor actuele normen:
https://www.vlm.be/nl/SiteCollectionDocuments/Publicaties/mestbank/bemestingsnormen_2018.pdf

Zoals eerder gesteld is de ideale manier waarop de dieren worden ingezet bij voorkeur gehoed.
Die vorm van begrazen is niet altijd praktisch haalbaar en heeft bovendien een grotere kost. Alternatief is dan om via allerlei vormen de grazers in te rasteren. Dieren kunnen korte tot langere periodes worden ingezet. Zelfs jaarrondbegrazing ( het hele jaar) is mogelijk maar dan worden uiterst kleine densiteiten ingezet. Bij het inscharen (binnen raster plaatsen) kan binnen zekere grenzen met grotere begrazingsdruk worden gewerkt maar de graasintensiteit moet ongeveer dezelfde zijn als niet ingeschaard, gehoed dus.

wat betekent graasdensiteit  

De begrazingsdruk of begrazingsdensiteit is het aantal dieren uitgedrukt in GRE (dus omgerekend naar 1 hectare). Als meer dieren worden op een zelfde oppervlakte worden toegepast, dan stijgt de begrazingsdruk of -densiteit. Begrazingsdruk zegt niets over de te verwachten effecten omdat de duur van de begrazing, de voedselproductie van de bodem (vaak uitgedrukt in ton droge stof DS), het tijdstip in het jaar, de aard van de aanwezige vegetatie onder meer een rol spelen.

De graasintensiteit leidt tot het effect op de vegetatie en aanwezige fauna aangevuld met de langere termijneffecten op de bodem, verspreiding van zoösporten, successie en vegetatiesamenstelling en gekoppelde fauna.

wat betekent graasintensiteit  

De graasintensiteit wordt bepaald door de graasdruk of graasdensiteit en de tijdspanne waarin dit zich afspeelt, vb. 2 GRE op 14 dagen, kortweg: 2 GRE/14.

Graasintensiteit kan je benaderen op eerder korte termijn, bij voorbeeld bij een stootbegrazing van enkele dagen dan wel op langere termijn, bij voorbeeld bij jaarrondbegrazing. Elk van de twee benaderingen heeft zijn belang voor de ecologische conditie van het terrein.

Het exacte resultaat van een bepaalde graasintensiteit kan ingeschat maar niet berekend worden. Veel wetenschappers hebben al getracht om dit in een formule te verzamelen, maar de foutmarge op elk van de gebruikte parameters is zo groot dat geen enkele van deze rekenmethode als werkzaam kan worden geacht. Helaas maar het is de realiteit.

De eenvoudigste vaststellingen van de graasintensiteit zijn nochtans te vatten met 'boerenverstand'. Iedere vorm van overbegrazing is visueel vast te stellen. In onderstaande foto van een nochtans vogelrijke omgeving is het duidelijk dat de grazige vegetatie heel kort is, de struiken en bomen systematisch aangevreten. Enkel minder smakelijke kruiden lijken tot bloei te komen.. Het is evenwel een foto uit het voorjaar, de intensieve groei van kruiden kondigt zich aan en de bezetting van runderen kan dan de vegetatieve explosie niet aan. Het gaat om een extensief landbouwsysteem. Om optimale ecologische resultaten te krijgen moet de graasintensiteit nog zakken.

Impact van begrazing met
runderen op de vegetatie - F

2. Aandacht voor de systemen in de bodem

Prof. Martijn Bezemer: in de natuur en de landbouw is het net als bij een pizza. Zonder goede bodem wordt het nooit wat!

Wij volgen deze definitie van bodem: de bodem is de laag van de aardkorst die door planten beworteld wordt of waarin zich bodemvormende processen afspelen. De definitie op zich zegt alles: de bodem is een dynamisch gegeven waar planten kunnen in wortelen en bijgevolg voedingsstoffen opnemen. Die voedingsstoffen worden aangevoerd via een systeem waarbij dood materiaal in de bodem geïntegreerd raakt onder meer door allerlei processen en organismen. Biodiverse bodems bevatten meer bodemorganismen. Biodiverse bodems zijn stabieler en hebben meer bufferfunctie. In oude bodems in situatie van vergaande successie zijn veel verschillende schimmels actief.

Het belangrijkste gegeven is dat die bodemrijkheid het onderste deel is van een piramide met organismen boven de bodem. Als er dus gestreefd wordt naar veel biodiversiteit dan begint dat met een goed ontwikkelde en evenwichtige bodem, bron voor een liefst gevarieerde en stabiele vegetatie met als gevolg een diversiteit aan fauna. Ecologische begrazing draagt bij tot bodemverbetering.

Aandachtspunten in functie van de bodem zijn bij ecologische begrazing:

  • vermijden van bodemverdichting (vooral een probleem bij paarden)
  • vermijden van te voedselrijke spots
  • vermijden van al te grote beschadiging van vegetatie
  • vermijden van overbegrazing met uitspoeling als gevolg
  • zorgen dat de coprofiele fauna behouden blijft of ontwikkelt (zie ook ontworming nr 7)

3. Geen bemesting.

Men weet dat een groot deel van de problematiek rond verstoorde bodems het gevolg is van te veel en of te onevenwichtig bemesten. Een groot aantal bodems in klassiek landbouwgebruik bevatten veel te weinig organismen om nog gezond te worden genoemd.

Een gezonde bodem barst van de organismen en zorgt ervoor dat de depositie van organisch materiaal snel wordt omgezet in nutriënten voor planten en dat er amper uitloging is van voedingsstoffen.

Wie ecologisch begraast, wetende dat dit gebeurt in extensieve omstandigheden, heeft daardoor per definitie geen probleem met mest. Maar dit sluit niet uit dat men de mest van de eigen bedrijfsvoering (potstal, ...) dient te verwerken. Ideaal is als met voldoende eigen gronden heeft om die te bemesten. Binnen bij voorbeeld biologische bedrijfsvoering is dit de per definitie methode om aan bemesting te kunnen doen. Sowieso wordt er niet meer bemest dan 75% van de normen opgelegd door de mestbank.

Er wordt naar gestreefd om enkel vaste mest te gebruiken om de nadelen van drijfmest te voorkomen. Stalmest heeft het voordeel dat het koolstofgehalte in de bodem verbeterd wordt. De oude techniek om dieren op (veel) stro te houden is dan ook zeer gunstig voor zowel het dierenwelzijn als de bemesting later.

Alle vormen van kunstmest zijn niet toegestaan. Bekalken is toegestaan maar moet leiden tot een evenwichtigere bodem. Het is niet de bedoeling om de zuurtegraad van een bodem drastisch te wijzigen.

4. Vermijden van gebruik van niet eigen krachtvoeder.

Alle begrazers leven in hoofdzaak op ruwvoeder en kunnen daardoor normaal leven, zich onderhouden en tot een succesvolle voortplanting komen wanneer dat gebeurt in extensieve omstandigheden. Wilde grazers kunnen trouwens niet anders.

In praktijk zijn die omstandigheden zelden van toepassing en zal het nodig zijn om dieren bij te voederen met granen, korrels, etc.

Het streven moet zijn om dit zoveel mogelijk te minimaliseren omdat iedere inbreng van vreemd krachtvoer een input betekent van nutriënten. In opdrachtterreinen is dit niet wenselijk, in natuurgebied niet toegestaan. Maar dat betekent niet dat men een dier met een bepaald tekort geen extra mag geven. Evenmin dat men drachtige dieren niet een aanvulling mag geven. Maar het systematisch bijvoederen met krachtvoeder is eigenlijk een aspect wat haaks staat op de extensiviteit die we nastreven. De normen die men stelt binnen biologische landbouw zijn zeer efficiënt en ondersteunen het principe.

Zoals met een hele reeks andere gedragsregels is er geen absolute verplichting. Alles steunt op een duidelijk engagement van de begrazer.

Wie zelf granen of andere gewassen teelt om die als krachtvoeder te gebruiken voor de eigen dieren heeft voldoende eigen ruimte voor de verwerking van de eigen mest, zal de nadelen van het systeem zelf compenseren en dus nauwelijks bijkomende milieubelasting vormen.

Er is trouwens ook een economisch duurzaamheidsaspect: wie zeer gericht krachtvoer gebruikt bespaart zeer veel geld. Systemen waarbij bij voorbeeld drachtige ooien worden gescand op het aantal embryo's zijn zeer efficiënt. Na het scannen worden r groepen dieren gevormd op basis van het aantal te verwachten lammeren. Drachtloze dieren krijgen geen krachtvoer. Eenlingen krijgen tot de bevalling ook geen krachtvoer om te grote lammeren te vermijden (zie punt 6). Ooien met meerlingen krijgen krachtvoer de laatste maand van de zwangerschap. Na de geboorte krijgen de ooien met eenlingen een beperkte hoeveelheid krachtvoer tot na ongeveer een maand. Ooien met meerlingen krijgen meer krachtvoer en ook voor minstens anderhalve maand. Deze techniek bespaart ongeveer 45% van de krachtvoederkosten! Er is uiteraard de meerkost door het scannen maar die wordt al terugverdiend door de verminderde pre- en postnatale sterfte en de verbeterde conditie van de ooien.

5. Geen gebruik van pesticiden.

Pesticiden horen niet thuis in het concept en in een streven naar meer biodiversiteit omdat ze wel altijd iets vernietigen en vaak veel meer dan dat wat beoogd wordt. De geschiedenis heeft trouwens geleerd dat pesticiden vaak voor negatieve effecten zorgen op langere termijn en dat willen we voorkomen.

Er worden dus geen chemische bestrijdingsmiddelen gebruikt tegen onkruid, insecten, schimmels. Biologische middelen vormen geen probleem.

De extensieve bedrijfsvoering voorkomt het merendeel van de potentiële problemen. (zie punt 8.)

Er zijn evenwel een aantal frequent voorkomende issues verbonden aan begrazing, begrazing in natuur, begrazing in vochtige terreinen, met name leverbot, myiasis, hoefbevangenheid, ...

6. Principieel geen ontworming

Aangezien ecologische begrazing zich richt op biodiversiteit is het logisch dat alle acties die een negatieve invloed hebben op flora of fauna moeten worden voorkomen of zoveel mogelijk afgezwakt. Van alle courante ontwormingsmiddelen staat vast dat avermectines een zeer schadelijk effect hebben op tal van invertebraten. De andere middelen zijn ook schadelijk maar met een minder drastisch effect. Die effecten zijn proefondervindelijk bewezen in Wallonië. Er zijn evenwel amper wetenschappelijk betrouwbare publicaties die dit staven.

Hoewel er een snelle reductie is van actieve stoffen in de mest blijken in praktijk dat de coprofiele fauna (aan mest gerelateerde dieren), met name vooral insecten, tot langere periodes (maanden) te lijden hebben van zelfs kleine concentraties actief middel, mogelijk ook van metabolieten. Mest die gecontamineerd is met ontwormingsmiddelen fungeert dan als ecologische val.

Hoewel de farmaceutische industrie voorstelt dat er geen schade aan het milieu is door de actieve stoffen is bij gebrek aan bewijs het standpunt binnen ecologische begrazing inzake ontworming en eventuele schade aan mest-gerelateerde organismen gebouwd op het voorzorgsprincipe.

Inmiddels blijkt uit de ervaring van meerdere uitvoerders van ecologische begrazing dat principieel niet ontwormen wel degelijk kan. Dit lukt het gemakkelijkst bij runderen, is wat moeilijker bij schapen en geiten en deels ook bij paarden (jonge dieren blijven een probleem).

Anderzijds is het volledig uitsluiten van ontwormingsmiddelen niet mogelijk om redenen van diergezondheid en of economische rendabiliteit. Het eerste is essentieel, het tweede bijkomstig maar daarom ook niet verwaarloosbaar.

Vandaar dat Vereniging voor Ecologische Begrazing vzw aan begrazers vraagt om al het mogelijke te doen om het gebruik van ontwormingsmiddelen te vermijden of minimaliseren.

Alles start met het voorkomen van te grote wormbesmettingen.
Ecograzers moeten weten dat volwassen dieren in gezonde toestand weerstand hebben tegen alle courante maagdarmwormen waarmee zij in contact zijn gekomen. Het ontwormen van gezonde volwassen dieren is dus eigenlijk nooit nodig binnen de gestelde omstandigheden van ecologische begrazing. Maar er zijn uiteraard uitzonderingen. Enkele voorbeelden:

Volwassen paarden en runderen met een duidelijk conditieprobleem kunnen na effectieve vaststelling van een wormbesmetting (die over de limieten gaat) ontwormd worden en in principe op stal. De mest van die dieren de eerste twee weken liefst composteren. Op de weide ontwormen is resistente wormen ‘kweken’.

Als ooien een wat mindere conditie hebben, dat is vaak in de zoogperiode, dan kunnen wormen een kans hebben om meer schade te berokkenen. Een eenmalige individuele ontwormingsbehandeling is dan te verantwoorden en is niet strijdig met het algemeen principe om niet te ontwormen. Maar we doen dit niet collectief, alleen met de zwaktste dieren.

Het ontwormen van ooien globaal rond het aflammeren wat als preventieve maatregel een tijdlang is gepromoot werkt resistentie heel sterk in de hand. Eventuele onwormingen later bij vooral lammeren lopen kans om ineffectief te worden. Deze maatregel heeft dus geen zin en straft zichzelf genadeloos af.

Het ontwormen zelf dient sowieso te gebeuren buiten natuurgebied, zo mogelijk buiten projectgebied, zodanig dat zo min mogelijk residu in de natuur terecht komt.

Jonge dieren krijgen in de natuur geleidelijk aan contact met wormen. Als de dieren in extensieve omstandigheden, dus kleine dichtheden en veel verplaatsingen, worden gehouden dan is de kans op besmetting heel gering en krijgen de dieren alle kans om weerstand op te bouwen. Deze methode is per definitie van toepassing bij gehoede begrazing. Als er bijna jaarrond wordt gehoed dan blijkt ontworming totaal overbodig.

Moeilijker wordt het met lammeren die enige tijd worden gehouden op eenzelfde perceel na het lammeren. Naarmate deze periode langer duurt stijgt de besmettingsdruk voor de lammeren en het zijn vooral de laatst geboren lammeren die de grootste druk te verwerken krijgen. Hier kan men beslissen om 10 tot 30% van de lammeren, die met een achterstand in groei of conditie, te ontwormen. Het ontwormen gebeurt alweer buiten natuurgebied en projectgebied. Met deze methode kan men al te grote verliezen van lammeren tegengaan en is er amper kans op het ontstaan van resistente wormen.

Als er meer dan 30% van de lammeren een te grote wormbesmetting zou hebben dan moeten er andere maatregelen genomen worden en is het terrein te beschouwen als niet meer bruikbaar voor 2 jaar.

Hetzelfde geldt voor runderen en paarden. Jonge dieren moeten in contact komen met wormen, zij het in geringe mate. Preventie is bij paarden een stuk moeilijker omdat daar andere wormen voorkomen die niet aan weidegang gekoppeld zijn.

Alweer geldt de regel dat alles in het werk moet worden gesteld om al te grote infestatiedruk te voorkomen. Maatregelen als verhoogde hygiëne, ruimere weidegang, gebruik van wisselweiden, goed opvolgen van conditie en groei, correct doseren van eventueel gebruikte ontwormingsmiddelen, correcte toediening kunnen de kans op besmettingen verkleinen tot een niveau waarbij het dier geen last heeft.

Het uitvoeren van frequente mestonderzoeken helpt bij het inzicht in de mate van besmetting met wormen.

Zoek een vee-arts met ervaring in de diersoort waarmee je werkt; slechts een beperkt aantal heeft ruime ervaring met schapen maar voor runderen en paarden zijn er legio vee-artsen. Duid wel vooraf de context van exploitatie waarin het ontwormingsverhaal speelt. Quasi alle vee-artsen gaan immers uit van intensieve fokkerij.

7. Minimaal gebruik van diergeneesmiddelen

Ecologisch verantwoord beheer houdt in dat alles wat natuurlijke processen kan hinderen of risico’s kan creëren wordt vermeden. Vandaar dat getracht wordt om zo weinig mogelijk tussen te komen in de diergezondheid door vooral preventief te werken en zo goed als mogelijk toe te zien op de diergezondheid en het dierenwelzijn. Het gebruik van antibiotica moet herleid worden tot het oplossen van incidenten en tot individuele gevallen of beperkte groepen dieren. Van veel antibiotica zijn reeds resistente stammen aanwezig vandaar dat via een minimale inzet de werking van die antibiotica gegarandeerd kan blijven. Antibiotica worden voorgeschreven door een veearts en daarbij moet zeker de eigenheid van de bedrijfsvoering in functie van ecologische begrazing worden benadrukt. Vaccinaties moeten goed worden overwogen. Er is geen eenduidig advies hierover te geven vanwege de veelzijdigheid aan vaccinaties. Vaccinaties die het behoud van de begrazings-veestapel waarborgen zijn uiteraard aanbevolen, bij voorbeeld om een epidemie zoals blauwtong te voorkomen.

8. Preventie

Er zijn veel vormen van preventief handelen en die versterken het streven naar duurzaamheid.

Ecologische begrazing houdt in dat men zijn dieren doelmatig beschermt. Wanneer dieren in raster worden gehouden, hetzij tijdelijk dan wel permanent zorgt er voor de beste beveiliging voor de dieren te realiseren. Zowel het risico op verwondingen of mortaliteit gekoppeld aan afsluitingen als externe gevaren moeten worden voorzien. Met de komst van de wolf in Vlaanderen wordt iedere ecologische begrazer geacht zich afdoende te beschermen tegen wolvenaanvallen. Maar het risico op schade door loslopende honden is vele tientallen malen groter, blijkt uit de praktijk.

Veel diergeneeskundige ingrepen kunnen worden voorkomen maar niet uitgesloten.

Via de per definitie extensieve bedrijfsvoering neemt men a priori veerassen die gemakkelijk bevallen.

Als men niet te hard bijvoert (zie 4 krachtvoeder) worden foetussen meestal niet te groot en veroorzaken geen buitensporige aantallen bevallingsproblemen en keizersneden waardoor tussenkomst van een veearts noodzakelijk is. Er komen altijd uitzonderingen voor waardoor de tussenkomst van een gespecialiseerd vee-arts noodzakelijk en wenselijk is.

Het behandelen van gastro-intestinale problemen wordt ook best door een veearts geëvalueerd en indien nodig behandeld. Een goede hulp is het (zelf) uitvoeren van mest-onderzoeken naar wormbesmettingen (zie 6).

Het behandelen van andere dan oppervlakkige verwondingen of breuken laat met ook over aan de vee-arts.

Maar men doet er alles aan om vooral te voorkomen. De belangrijkste voorkomingsmaatregel is die waarbij men nauwgezet de conditie van de grazers volgt om situaties van ondervoeding of overvoeding (goed gekend voorbeeld zijn overvoede ezels) niet te laten escaleren.

9. Geen ingrijpen op de fysiologie van dieren

Ecologische begrazing houdt in dat men de dieren waarmee men als begrazingsmiddel werkt ook op een integere wijze mee omgaat en fokt. Het drastisch ingrijpen in de normale levensprocessen en gedragingen is formeel niet toegestaan.
Het gebruik van hormonale middelen verstoort de normale fysiologie. Het sponzen van ooien is feitelijk een hormonale behandeling en hoort derhalve niet thuis in een ecologische bedrijfsvoering. Het beperken of toenemen van de hoeveelheid daglicht om de hormonale productie te wijzigen om dieren sneller in sexuele conditie te krijgen is niet toegestaan.

10. Gemoedelijke omgang met dieren, welbevinden en dierenwelzijn

Graasdieren zijn geen gebruiksgoederen. Graasdieren zijn evenmin productiedieren (zie 11). Graasdieren zijn vaak zichtbaar voor het publiek en de perceptie van de goegemeente is op vandaag zeer belangrijk. Maar ook de wijze van omgaan met onze dieren, de grazers en de hoeders, is van belang. Als ecologische begrazing zijn optimale uitwerking moet krijgen dan is het voorkomen van stress en al te veel agitatie een duidelijke opdracht.

Een aantal aspecten hebben te maken ethiek, andere met dierenwelzijn en uiteindelijk is er ook het dierenwelzijn wat wettelijk bepaald is.

Bij ecologische begrazing zijn er bij zowel gehoede begrazing als in rasters bepaalde aspecten die moeten voor ogen gehouden worden.

11. Ecologische begrazing is niet noodzakelijk gericht op landbouwproductie.

Voor herkauwers neemt men meestal aan dat een deel van de veestapel vroeg of laat in het slachthuis beland en dus in de voedselketen.

Bij ecologische begrazing is dit geen evidentie en bij gevolggeen primair doel. Als een uitvoerder van ecologische begrazing toch een of andere productie heeft dan mogen de ecologische doelen binnen het kader van die ecologische begrazing niet ondergeschikt zijn.

Dit sluit geen productie uit omdat ecologische begrazing niet verhindert dat daarbuiten andere doelen worden nagestreefd, waaronder een economisch doel.

Een begrazer kan klassiek landbouwer zijn en in natuurgebied begrazing uitvoeren. Die begrazing is pas ecologische begrazing als de voorwaarden daartoe vervuld zijn. Die landbouwer zal wellicht dieren fokken met commerciële doelen, dat is niet meer dan normaal. Duurzaamheid betekent in deze context dat het samengaan van landbouw met een terechte economische inzet gecombineerd met ecologische begrazing tot goede en resultaten op langere termijn leidt.
Iemand die inlandse rassen fokt zoals Mergellanders kan dat doen om dat ras in stand te houden binnen de focus van het behoud van het dierlijk erfgoed. Binnen dat opzet doet die schapenhouder wat hij wil maar als hij ook ecologische begrazing uitvoert zal hij bij voorbeeld het gebruik van ontwormingsmiddelen moeten beperken en voorkomen en op het begrazingsterrein geen dieren inzetten die recent ontwormd zijn. Het feit dat het maatschappelijk gegeven van het behoud van erfgoed te combineren valt met ecologische verantwoord optreden bewijst het maatschappelijk belang van de combinatie van beide doelstellingen.
Het is perfect mogelijk die als hobby enkele paarden of ezels heeft ecologische begrazing uitvoert voor een natuurvereniging en dit kosteloos doet in de vorm van vrijwilligerswerk. De praktijk leert echter dat voor niets de zon opgaat, dat vroeg of laat de kosten, de inspanningen in rekening worden gebracht en dat dit niet tot duurzaam beheer leidt.
Begrazingsondernemingen hanteren steeds meer het uitgangspunt dat ecologische begrazing wordt uitgevoerd voor een prijs die de dienstverlening vertegenwoordigt. Als daar al enige vorm van opbrengsten uit landbouwproducten uit voortvloeit dan is dat een bijkomstigheid die enkel kan beschouwd worden als een bonus. De ervaring leert dat die bonussen meestal volledig teniet worden gedaan door allerhande tegenvallers, ongevallen en dergelijke. Vandaar dat begrazing in commerciële termen moet betaald worden tegen aanvaardbare vergoedingen die alle kosten aangevuld met een verloning en een bedrijfswinst garanderen.

De normen van ecologische begrazing zijn voor een groot deel intenties die in combinatie met elke andere vorm van exploitatie te combineren zijn voor zover dit niet haaks staat op de doelstellingen. Intensieve vleesproductie is operationeel niet te combineren met ecologische begrazing en de doelstellingen zijn niet gelijkaardig.

7. Minimaal gebruik van diergeneesmiddelen

Ecologisch verantwoord beheer houdt in dat alles wat natuurlijke processen kan hinderen of risico’s kan creëren wordt vermeden. Vandaar dat getracht wordt om zo weinig mogelijk tussen te komen in de diergezondheid door vooral preventief te werken en zo goed als mogelijk toe te zien op de diergezondheid en het dierenwelzijn. Het gebruik van antibiotica moet herleid worden tot het oplossen van incidenten en tot individuele gevallen of beperkte groepen dieren. Van veel antibiotica zijn reeds resistente stammen aanwezig vandaar dat via een minimale inzet de werking van die antibiotica gegarandeerd kan blijven. Antibiotica worden voorgeschreven door een veearts en daarbij moet zeker de eigenheid van de bedrijfsvoering in functie van ecologische begrazing worden benadrukt. Vaccinaties moeten goed worden overwogen. Er is geen eenduidig advies hierover te geven vanwege de veelzijdigheid aan vaccinaties. Vaccinaties die het behoud van de begrazings-veestapel waarborgen zijn uiteraard aanbevolen, bij voorbeeld om een epidemie zoals blauwtong te voorkomen.

8. Preventie

Er zijn veel vormen van preventief handelen en die versterken het streven naar duurzaamheid.

Ecologische begrazing houdt in dat men zijn dieren doelmatig beschermt. Wanneer dieren in raster worden gehouden, hetzij tijdelijk dan wel permanent zorgt er voor de beste beveiliging voor de dieren te realiseren. Zowel het risico op verwondingen of mortaliteit gekoppeld aan afsluitingen als externe gevaren moeten worden voorzien. Met de komst van de wolf in Vlaanderen wordt iedere ecologische begrazer geacht zich afdoende te beschermen tegen wolvenaanvallen. Maar het risico op schade door loslopende honden is vele tientallen malen groter, blijkt uit de praktijk.

Veel diergeneeskundige ingrepen kunnen worden voorkomen maar niet uitgesloten.

Via de per definitie extensieve bedrijfsvoering neemt men a priori veerassen die gemakkelijk bevallen.

Als men niet te hard bijvoert (zie X4 Krachtvoeder) worden foetussen meestal niet te groot en veroorzaken geen buitensporige aantallen bevallingsproblemen en keizersneden waardoor tussenkomst van een veearts noodzakelijk is. Er komen altijd uitzonderingen voor waardoor de tussenkomst van een gespecialiseerd vee-arts noodzakelijk en wenselijk is.

Het behandelen van gastro-intestinale problemen wordt ook best door een veearts geëvalueerd en indien nodig behandeld. Een goede hulp is het (zelf) uitvoeren van mest-onderzoeken naar wormbesmettingen (zie 7).

Het behandelen van andere dan oppervlakkige verwondingen of breuken laat met ook over aan de vee-arts.

Maar men doet er alles aan om vooral te voorkomen. De belangrijkste voorkomingsmaatregel is die waarbij men nauwgezet de conditie van de grazers volgt om situaties van ondervoeding of overvoeding (goed gekend voorbeeld zijn overvoede ezels) niet te laten escaleren.

9. Geen ingrijpen op de fysiologie van dieren

Ecologische begrazing houdt in dat men de dieren waarmee men als begrazingsmiddel werkt ook op een integere wijze mee omgaat en fokt. Het drastisch ingrijpen in de normale levensprocessen en gedragingen is formeel niet toegestaan.
Het gebruik van hormonale middelen verstoort de normale fysiologie. Het sponzen van ooien is feitelijk een hormonale behandeling en hoort derhalve niet thuis in een ecologische bedrijfsvoering. Het beperken of toenemen van de hoeveelheid daglicht om de hormonale productie te wijzigen om dieren sneller in sexuele conditie te krijgen is niet toegestaan.

10. Gemoedelijke omgang met dieren, welbevinden en dierenwelzijn

Graasdieren zijn geen gebruiksgoederen. Graasdieren zijn evenmin productiedieren (zie 11). Graasdieren zijn vaak zichtbaar voor het publiek en de perceptie van de goegemeente is op vandaag zeer belangrijk. Maar ook de wijze van omgaan met onze dieren, de grazers en de hoeders, is van belang. Als ecologische begrazing zijn optimale uitwerking moet krijgen dan is het voorkomen van stress en al te veel agitatie een duidelijke opdracht.

Een aantal aspecten hebben te maken ethiek, andere met dierenwelzijn en uiteindelijk is er ook het dierenwelzijn wat wettelijk bepaald is.

Bij ecologische begrazing zijn er bij zowel gehoede begrazing als in rasters bepaalde aspecten die moeten voor ogen gehouden worden.

11. Ecologische begrazing is niet noodzakelijk gericht op landbouwproductie.

Voor herkauwers neemt men meestal aan dat een deel van de veestapel vroeg of laat in het slachthuis beland en dus in de voedselketen.

Bij ecologische begrazing is dit geen evidentie en bij gevolggeen primair doel. Als een uitvoerder van ecologische begrazing toch een of andere productie heeft dan mogen de ecologische doelen binnen het kader van die ecologische begrazing niet ondergeschikt zijn.

Dit sluit geen productie uit omdat ecologische begrazing niet verhindert dat daarbuiten andere doelen worden nagestreefd, waaronder een economisch doel.

Een begrazer kan klassiek landbouwer zijn en in natuurgebied begrazing uitvoeren. Die begrazing is pas ecologische begrazing als de voorwaarden daartoe vervuld zijn. Die landbouwer zal wellicht dieren fokken met commerciële doelen, dat is niet meer dan normaal. Duurzaamheid betekent in deze context dat het samengaan van landbouw met een terechte economische inzet gecombineerd met ecologische begrazing tot goede en resultaten op langere termijn leidt.
Iemand die inlandse rassen fokt zoals Mergellanders kan dat doen om dat ras in stand te houden binnen de focus van het behoud van het dierlijk erfgoed. Binnen dat opzet doet die schapenhouder wat hij wil maar als hij ook ecologische begrazing uitvoert zal hij bij voorbeeld het gebruik van ontwormingsmiddelen moeten beperken en voorkomen en op het begrazingsterrein geen dieren inzetten die recent ontwormd zijn. Het feit dat het maatschappelijk gegeven van het behoud van erfgoed te combineren valt met ecologische verantwoord optreden bewijst het maatschappelijk belang van de combinatie van beide doelstellingen.
Het is perfect mogelijk die als hobby enkele paarden of ezels heeft ecologische begrazing uitvoert voor een natuurvereniging en dit kosteloos doet in de vorm van vrijwilligerswerk. De praktijk leert echter dat voor niets de zon opgaat, dat vroeg of laat de kosten, de inspanningen in rekening worden gebracht en dat dit niet tot duurzaam beheer leidt.
Begrazingsondernemingen hanteren steeds meer het uitgangspunt dat ecologische begrazing wordt uitgevoerd voor een prijs die de dienstverlening vertegenwoordigt. Als daar al enige vorm van opbrengsten uit landbouwproducten uit voortvloeit dan is dat een bijkomstigheid die enkel kan beschouwd worden als een bonus. De ervaring leert dat die bonussen meestal volledig teniet worden gedaan door allerhande tegenvallers, ongevallen en dergelijke. Vandaar dat begrazing in commerciële termen moet betaald worden tegen aanvaardbare vergoedingen die alle kosten aangevuld met een verloning en een bedrijfswinst garanderen.

De normen van ecologische begrazing zijn voor een groot deel intenties die in combinatie met elke andere vorm van exploitatie te combineren zijn voor zover dit niet haaks staat op de doelstellingen. Intensieve vleesproductie is operationeel niet te combineren met ecologische begrazing en de doelstellingen zijn niet gelijkaardig.

Hooglanders in N2000 terrein in Libin

Lid worden

Zoals iedere vereniging willen wij mensen verzamelencdie het gedachtengoed ondersteunen.

Aan de leden wordt geen jaarlijks lidgeld gevraagd.

Vooral het engagement telt!

Speciale aandacht gaat naar gehoede kuddes, herders. Gehoede begrazing blijkt de referentie naar vroeger het meest te benaderen, het geeft ook de grootste kans op goede ecologische resultaten.

Zoals schapen die naar buiten willen als ze fris gras hebben geroken sta je vast te trappelen van ongeduld om mee op de trein te springen. Hieronder staat hoe je dat doet.

Stuur een email naar info@ecograzers.be

stap 2: Vermeld je volledige naam en adres, indien je dat wenst je telefoonnummer.

stap 3: Geef ons een idee vanuit welke invalshoek(en) je geïnteresseerd bent in ecologische begrazing

stap 4: Je mail houdt in dat je de code of conduct bevestigt, dit is de intentieverklaring van Vereniging voor Ecologische begrazing vzw

Moerasparelmoervlinder (Euphydryas aurinia)
extensief begraasd weiland, Gedinne, B

INFO

Maatschappelijke zetel

Ramskapellestraat 91-93
8301 Knokke-Heist

Ondernemingsnummer: 0680 958 212

Bankrekeningnummer KBC: BE57 7360 4231 8235

Secretariaat:

Meerskant 105
9240 Zele

0479 / 77 92 80


Herdwick, Lake District VK
Bloesem Engelwortel
(Angelica archangelica)